SV | En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija; |
WLC | וְיִבְנְיָה֙ בֶּן־יְרֹחָ֔ם וְאֵלָ֥ה בֶן־עֻזִּ֖י בֶּן־מִכְרִ֑י וּמְשֻׁלָּם֙ בֶּן־שְׁפַטְיָ֔ה בֶּן־רְעוּאֵ֖ל בֶּן־יִבְנִיָּֽה׃ |
Trans. | wəyiḇənəyâ ben-yərōḥām wə’ēlâ ḇen-‘uzzî ben-miḵərî ûməšullām ben-šəfaṭəyâ ben-rə‘û’ēl ben-yiḇənîyâ: |
En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!